Verenigingswerk en occasionele diensten tussen burgers: maatregel 500 euro bijverdienen treedt in werking vanaf 15 juli 2018

In de media is eerder al veel verschenen over het onbelast bijverdienen via verenigingswerk of occasionele dienstverlening aan burgers. Hierbij bestond echter het gevaar van oneerlijke concurrentie met de professionele sector. De overheid heeft daarom de toegelaten activiteiten afgebakend in twee lijsten. Vanaf 15 juli 2018 treedt de maatregel effectief in werking.

Werknemers die minstens 4/5 werken, zelfstandigen in hoofdberoep en gepensioneerden komen vanaf 15 juli 2018 in aanmerking om tot 500 euro per maand (geïndexeerd 510 euro) en 6.000 euro per jaar (geïndexeerd 6.130 euro) onbelast bij te verdienen. Indien deze grens overschreden wordt, zullen al de inkomsten als beroepsinkomsten beschouwd worden.

Enerzijds gaat het om hulp in het verenigingsleven (sportcoaches, begeleiders…) en anderzijds om klusjes waarbij burgers elkaar helpen.

Starten met een bouwbedrijf in het Vlaams Gewest

Vanaf 1 januari 2019 waarschijnlijk mogelijk zonder het voorleggen van beroepsbekwaamheid.

Na de afschaffing sinds 1 januari 2018 van de gereglementeerde activiteiten zoals schoonheidsspecialiste, bakker, kapper, garagist … en de opheffing van het bewijs van bedrijfsbeheer vanaf 1 september 2018 heeft de Vlaamse regering besloten om de lijn door te trekken voor de gereglementeerde beroepen in de bouwsector vanaf 1 januari 2019. Het voorstel is overgemaakt aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Als zij geen opmerkingen meer heeft, zal het Vlaams parlement over het voorstel stemmen. Het besluit treedt pas in werking nadat het vervolgens in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is.

Het gaat om volgende beroepen:

Goedkeuring wetsvoorstellen zondagsarbeid en ouderschapsverlof

Op 4 juli keurde De Kamer een aantal wetsvoorstellen goed die zorgen voor meer flexibiliteit onder meer wat betreft de zondagsarbeid en het ouderschapsverlof.

Zondagsarbeid

Zondagsarbeid is toegestaan in kleinhandelszaken, kapsalons in badplaatsen, toeristische centra en luchtkuuroorden.

Arbeid op een volledige zondag is echter niet langer gekoppeld aan bepaalde periodes van het jaar en aan bepaalde voorwaarden. Voortaan is arbeid toegelaten op alle zondagen, weliswaar beperkt tot 39 zondagen per werknemer per kalenderjaar. Via een beurtrolsysteem kan de werkgever het volledige jaar door werknemers tewerkstellen op zondag.

Ouderschapsverlof

Jobstudenten: een flexibele oplossing

Om de drukte tijdens de zomervakantie, die vaak gepaard gaat met de afwezigheid van vast personeel op te vangen, kunnen jobstudenten een oplossing bieden. Jobstudenten zijn flexibel inzetbaar en werken bovendien aan een verlaagd RSZ-tarief. Hiervoor moet de student tewerkgesteld zijn met een studentenovereenkomst op de ogenblikken dat hij niet verplicht aanwezig moet zijn in de onderwijsinstelling. Jobstudenten genieten 475 uur per kalenderjaar van een gunstig RSZ-tarief. Zij kunnen zowel met dag- als weekcontracten ingezet worden. Sinds 1 juli 2017 is studentenarbeid bovendien ook toegelaten voor jongeren in stelsels van alternerend leren en werken op voorwaarde dat de studentenarbeid verricht wordt bij een andere werkgever en de jongere geen werkloosheids- of inschakeluitkering krijgt.

Aftrekbaarheid ‘valse hybride wagens’ aangepast

‘Valse hybride wagens’ zijn wagens die uitgerust zijn met een brandstofmotor en daarnaast ook met een elektrische batterij, maar waarbij de batterij een te geringe energiecapaciteit heeft (< 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht) OF waarbij de wagen een CO²-uitstoot heeft van méér dan 50 gram per kilometer.

De wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting heeft het fiscaal statuut van dergelijke wagens gewijzigd. Om de aftrekbaarheid van deze wagens te bepalen, wordt niet langer gekeken naar de officiële CO²-uitstoot van de wagen, maar wel naar het CO²-uitstootgehalte van het overeenstemmende voertuig voorzien van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof. Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat, wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5.

De wijziging treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Aangifte personenbelasting: tijdig indienen is een absolute must!

Tot ongeveer een jaar geleden was er in de wet enkel sprake van een belastingverhoging in geval van een niet-aangifte of een onvolledige of onjuiste aangifte.

De wet van 30 juni 2017 houdende maatregelen in strijd tegen de fiscale fraude schrijft echter voor dat een belastingverhoging ook kan worden opgelegd bij de laattijdige indiening van een aangifte.

Indien een aangifte laattijdig wordt ingediend, kan de fiscus bovendien een ambtshalve aanslag vestigen. Dit houdt in dat de bewijslast in principe wordt omgekeerd. Het is dan aan de belastingplichtige om het bewijs te leveren van zijn juiste inkomsten.

Verzamel dus al je fiscale attesten en inkomstenfiches en bezorg ze aan je boekhouder. Als blijkt dat er nog documenten ontbreken, kan er nog tijdig een duplicaat aangevraagd worden. Alleen op die manier kan een tijdige indiening van je aangifte gegarandeerd worden.

Verplichte vermeldingen op de website of facebookpagina van uw onderneming

Heel wat ondernemingen hebben tegenwoordig een eigen website of facebookpagina. Op die manier kunnen consumenten, leveranciers of de overheid hen online vinden. Vaak is echter niet geweten dat de website een aantal verplichte zaken moet vermelden. Dat geldt ook indien er louter informatie meegedeeld wordt, zonder dat producten of diensten online worden aangeboden.

Het gaat nochtans om informatie die klanten helpt om een onderneming te identificeren en is daarom belangrijk voor het vertrouwen van klanten in de website van de onderneming.

Volgende informatie moet zeker terug te vinden zijn op de website van uw onderneming:

Flitscontroles verricht door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD)

Naast de klassieke controles verricht de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst ook “flitscontroles”. Het doel van deze controles is werkgevers die in overtreding zijn bewust te maken dat ze wel degelijk het risico lopen gecontroleerd en gesanctioneerd te worden.

Een aantal sociale controles zijn reeds aangekondigd:

15 juni: garages en carwashes

5 juli: bewakingsfirma’s

21 september: land- en tuinbouwsector (ook aanleg van parken en tuinen)

16 november: taxi- en transportbedrijven

De SIOD beschikt over checklists die je kan raadplegen om je goed voor te bereiden op een dergelijke controle. Daarin is voor elke sector opgenomen wat een inspecteur kan vragen tijdens een controle.

Checklists flitscontroles SIOD

Forfaitaire terugbetaling van kosten beknot

De Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) van de FOD Financiën heeft zodanig veel “dubbel gebruik” vastgesteld bij de terugbetaling van kosten door vennootschappen, dat ze beslist heeft deze aan banden te leggen.

Een aantal terugbetalingen van kosten door een professionele vennootschap aan haar zaakvoerder(s), enig aandeelhouder of meerderheidsaandeelhouder(s) worden beperkt tot een maximaal forfaitair bedrag per maand:

- een forfait van 15 euro per maand voor parkingkosten van maximum 10 euro

- een forfait van 15 euro per maand voor carwashkosten (het moet gaan om een bedrijfsvoertuig dat hoofdzakelijk beroepsmatig gebruikt wordt)

- een forfait van 20 euro per maand voor representatiekosten van maximum 5 euro

De terugbetaling van deze kosten op basis van werkelijk stukken is voortaan uitgesloten. De terugbetaling van andere kosten kan daarentegen nog steeds toegestaan worden op basis van werkelijke stukken.

Extra heffing voor vennootschappen bij te lage bezoldiging

Een vennootschap die onvoldoende bezoldiging uitkeert aan een bedrijfsleider zal een extra heffing moeten betalen.

Een vennootschap moet aan minstens één bedrijfsleider natuurlijk persoon een bezoldiging uitkeren die:

- ofwel minstens 45.000 euro bedraagt

- ofwel lager is dan 45.000 euro maar minstens even hoog is als het belastbaar inkomen van de vennootschap voor dat boekjaar.

Alle vormen van bezoldiging komen hierbij in aanmerking.

Indien aan die voorwaarde niet voldaan is, betaalt de vennootschap voortaan een extra heffing op het verschil tussen enerzijds 45.000 euro OF de minimale bezoldiging die toegekend had moeten zijn en anderzijds de hoogste bezoldiging die aan één van de bedrijfsleiders werd toegekend.

Onroerende verhuur: vanaf 1 oktober 2018 soms met BTW

Tot nu toe is de verhuur van onroerende goederen in beginsel vrijgesteld van BTW. Bijgevolg is er geen aftrek van de BTW op de bouwkosten mogelijk. De wet voorziet een aantal situaties waarin de vrijstelling niet geldt, zoals de terbeschikkingstelling van stalling voor rijtuigen en de terbeschikkingstelling van bergruimte voor het opslaan van goederen.

Vanaf 1 oktober 2018 kan er enerzijds onder bepaalde voorwaarden geopteerd worden om nieuwe gebouwen te verhuren met BTW.

Ook giften aan “stichting” van universitair ziekenhuis zijn voortaan fiscaal aftrekbaar

Giften vanaf 40 euro door particulieren gedaan aan universitaire ziekenhuizen geven recht op een belastingvermindering. Het werven van middelen ter financiering van hun wetenschappelijk onderzoek wordt door de ziekenhuizen echter vaak ondergebracht in een door hen opgerichte “stichting” die losstaat van het ziekenhuis. Op 19 april heeft de Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd om ook de giften in geld aan de “stichtingen” in aanmerking te laten komen voor een belastingvermindering.

10-jarige aansprakelijkheidsverzekering verplicht voor aannemers en studiebureaus vanaf 1 juli 2018

Vanaf 1 juli 2018 zijn aannemers en studiebureaus verplicht een tienjarige aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Doel van deze verplichte verzekering is de discriminatie met de al bestaande verzekeringsplicht van architecten weg te nemen.

Het toepassingsgebied van deze verplichte verzekering is beperkt. Het moet gaan om werken aan woningen of appartementen waar het verplicht is om een beroep te doen op een architect. De verzekering slaat bovendien enkel op schadegevallen aan de gesloten ruwbouw door gebreken die onder de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer vallen. Het moet met andere woorden gaan om problemen met de stabiliteit, de stevigheid en de waterdichtheid van de woning.

De aannemer is verplicht het verzekeringsattest te bezorgen aan de klant, aan de architect en aan de RSZ in het kader van de werfmeldingsplicht.

De klant is vervolgens verplicht dit verzekeringsattest aan de bank te bezorgen indien hij of zij voor de werken een lening heeft afgesloten.

Opstellen van uw factuur: in welke taal ?

Facturen van ondernemingen gevestigd in Vlaanderen moeten in het Nederlands opgesteld worden. Indien dat niet gebeurt zijn ze nietig en worden ze geacht nooit bestaan te hebben. Buitenlandse afnemers die het Nederlands niet verstaan, zullen bij voorkeur een factuur ontvangen in hun eigen taal. Wanneer de afnemer gevestigd is in de Europese Economische ruimte (buiten België) mag een bijkomende factuur opgesteld worden in een andere officiële taal van de Europese Economische ruimte. Deze andere taal moet door alle betrokken partijen begrepen worden. Deze factuur is “bijkomstig”; er moet bijgevolg altijd in de eerste plaats een Nederlandstalige versie worden opgesteld. Als er een verschil bestaat tussen de Nederlandstalige en de anderstalige versie van de factuur, primeert de Nederlandstalige versie.

Afnemers gevestigd buiten de EER of binnen België (in Brussel of Wallonië) kunnen wel een vertaling wensen van de Nederlandstalige factuur. Deze vertaling zal echter geen rechtsgeldige versie zijn.

Transitiepremie voor startende 45-plussers in hoofdberoep

De Vlaamse regering keurde een regeling goed over de transitiepremie. Inactieve 45-plussers die vanaf 15 maart 2018 een zelfstandige activiteit in hoofdberoep willen starten, kunnen onder bepaalde voorwaarden gedurende maximaal 24 maanden een maandelijkse premie krijgen. Een overgang van bijberoep naar hoofdberoep komt ook in aanmerking. De zelfstandige activiteit moet gedurende de hele periode dat de premie wordt toegekend in hoofdberoep blijven en de onderneming moet ook de hele periode gevestigd blijven in het Vlaamse Gewest. De aanvrager moet als niet-werkende werkzoekende ingeschreven zijn bij de VDAB en de dag vóór de start van de zelfstandige activiteit uitkeringen ontvangen. Bovendien moet de aanvrager een verplicht begeleidingstraject van minstens zes weken met succes hebben afgerond. Tijdens dit zogenaamde prestarterstraject leert de zelfstandige onder andere hoe een ondernemings en financieel plan opgesteld wordt.

ResQ bonussysteem als alternatieve verloningsvorm

ResQ is een digitaal bonussysteem waarbij werkgevers aan hun werknemer(s) toegang geven tot een budget dat ze kunnen gebruiken voor huishoudelijke diensten. ResQ staat voor Residential Quality. De bonus kan aangevraagd worden voor iedereen die een loon ontvangt, dus ook voor de bezoldigde zaakvoerder of bestuurder.

Hoe werkt het?

Personen die een dergelijk budget toegekend krijgen kunnen via het ResQ platform een uitvoerder kiezen voor de dienst. De dienstverlener werkt dan volgens forfaitaire uurtarieven. De werknemer kan echter ook een eigen dienstverlener kiezen. In dat geval spreekt hij zelf het uurtarief af met de dienstverlener. Nadat de uitgevoerde dienst door de werknemer is goedgekeurd, zorgt ResQ voor de facturatie aan de werkgever en de betaling aan de dienstverlener. ResQ volgt de besteding en de evolutie van het beschikbare saldo elektronisch op.

Voorafbetalingen voor vennootschappen: optimaliseren vóór 10 april is opnieuw een must!

Kenmerkend voor de voorafbetalingen van de laatste jaren was dat de vermeerdering klein was. Daardoor volstond een beperkte storting voor de vierde voorafbetaling om ervoor te zorgen dat er geen vermeerdering verschuldigd was.

Voor aanslagjaar 2016 en 2017 bedroeg het vermeerderingspercentage slechts 1,125%. Bovendien was er geen vermeerdering verschuldigd indien deze kleiner was dan 1% van de verschuldigde belasting of minder bedroeg dan 25 euro (geïndexeerd bedrag voor 2017 = 40 euro).

Voor aanslagjaar 2018 werden de regels voor de voorafbetalingen zowel voor de personenbelasting als voor de vennootschapsbelasting gewijzigd. Het vermeerderingspercentage bedraagt vanaf dan altijd minstens 2,25%. De limieten die voorheen van toepassing waren om de vermeerdering niet toe te passen werden eveneens aangepast: vanaf dan is geen vermeerdering verschuldigd indien ze kleiner is dan 0,5% van de verschuldigde belasting of 50 euro (geïndexeerd voor aanslagjaar 2018: 80 euro). Voorheen was dit 1% of 25 euro.

Sociale bijdragen: aanvraag tot vermindering mogelijk

De voorlopige sociale bijdragen van 2018 worden berekend op het inkomen van 3 jaar geleden, dus dat van 2015. Indien je kan aantonen dat je inkomen van 2018 aanzienlijk lager zal zijn dan dat van 2015, kan er onder bepaalde voorwaarden een vermindering van sociale bijdragen aangevraagd worden. Dit kan onder meer het geval zijn bij een gewijzigde situatie zoals omschakeling van hoofd- naar bijberoep, uitzonderlijke opbrengsten in 2015, verminderde activiteit omwille van ziekte/arbeidsongeschiktheid, … Indien je hiervoor in aanmerking denkt te komen, neem dan contact met ons op zodat wij de nodige stappen kunnen ondernemen. De aanvraag tot vermindering gebeurt best voordat de bijdrage van het eerste kwartaal 2018 betaald wordt.

Starten als zelfstandige in Vlaanderen: afschaffing getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer vermoedelijk al een jaartje vroeger

Onder druk van Europa is de vestigingswetgeving al een tijdje in beweging. Het Vlaamse Gewest is volop bezig met de voorbereiding van de afschaffing van het bedrijfsbeheer. 1 september 2019 was hiervoor oorspronkelijk als datum vooropgesteld, maar dit zou vermoedelijk al een jaartje vroeger zijn. Dit betekent dat je om te starten als zelfstandige (onder voorbehoud) vanaf 1 september 2018 geen bedrijfsbeheer meer zal moeten voorleggen.

Als je op dit moment wil starten als zelfstandige, moet je nog steeds een getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer voorleggen of moet je een familielid hebben die voor jou de kennis bewijst. Dit zal waarschijnlijk al vanaf 1 september 2018 niet meer nodig zijn. In de toekomst zullen zelfstandigen meer continu vorming krijgen. De overheid werkt een actieplan uit waarbij via opleidingen de competenties van zowel startende als gevestigde zelfstandigen gestimuleerd en ondersteund worden.

Pensioensparen: keuzemogelijkheid om hogere bijdrage te betalen, weliswaar met een lager belastingvoordeel

Naast de mogelijkheid om 960,00 euro pensioenbijdragen te storten met een belastingvermindering van 30%, wordt het vanaf dit jaar mogelijk om tot 1.230,00 euro pensioenbijdragen te storten, maar dan wel met een belastingvermindering van slechts 25%. Deze keuze tussen het gewone of verhoogde pensioensparen is jaarlijks herzienbaar.

Vanaf het moment dat een hogere storting gedaan wordt dan 960,00 euro, levert de volledige storting een belastingvoordeel op van slechts 25% in plaats van 30%! Wie opteert voor het verhoogd pensioensparen stort dus best het volledige bedrag van 1.230,00 euro om op die manier toch ongeveer hetzelfde fiscaal voordeel te behouden als bij het gewone pensioensparen:

960,00 x 30% = 288,00 euro

1.230,00 x 25% = 307,50 euro
(om hetzelfde fiscaal voordeel te behouden is een minimale storting van 1.152,00 euro noodzakelijk: 1.152,00 x 25% = 288,00 euro)

Coda Boekhouders opent bijkomende vestiging te Opglabbeek (Oudsbergen)

In 2011 verhuisde Coda Boekhouders naar een gloednieuw kantoorgebouw, gelegen aan de kruising van de Stationsstraat en Beringersteenweg te Zonhoven.

Bijna 7 jaren later hebben we besloten om onze dienstverlening geografisch uit te breiden en werd er een bijkomende vestiging in gebruik genomen. Het nieuwe kantoor is gelegen te 3660 Opglabbeek (Oudsbergen), Industrieweg Noord 1192 en opende haar deuren op 01/02/2018. Hierdoor kunnen we ook onze huidige klanten uit deze regio beter van dienst zijn.

Bijkomende informatie is ook terug te vinden op de website codaboekhouders.be

Wijziging aftrek autokosten in de personenbelasting

Vanaf 1 januari 2018 is de aftrekbaarheid van autokosten in de personenbelasting ook afhankelijk van de CO²-uitstoot van de wagen. Het tarief van de aftrekbaarheid wordt op dezelfde manier bepaald als in de vennootschapsbelasting. Voor voertuigen aangeschaft vóór 1 januari 2018 blijft de aftrekbaarheid echter minimum 75%.

Vanaf 1/1/2020 zal de formule voor berekening van de aftrekbaarheid aangepast worden (zowel voor de vennootschaps- als de personenbelasting). Formule percentage aftrekbaarheid: 120% - (0,5% x coëfficiënt x aantal gram CO²). Het percentage is maximum 100% en minimum 50%, of zelfs 40% voor wagens met een CO2-uitstoot gelijk aan of groter dan 200 gr/km. De coëfficiënt bedraagt 1 voor dieselwagens, 0,90 voor voertuigen op aardgas en 0,95 voor andere wagens.

Stopzettingsmeerwaarden in de personenbelasting

Vanaf 1 januari 2018 zullen stopzettingsmeerwaarden in de personenbelasting in een aantal gevallen minder zwaar belast worden. Het moet gaan om stopzettingsmeerwaarden die zijn verkregen of vastgesteld naar aanleiding van de stopzetting van de activiteit vanaf de leeftijd van 60 jaar OF ingevolge het overlijden van de belastingplichtige OF naar aanleiding van een gedwongen definitieve stopzetting.

In deze gevallen zullen de stopzettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa voortaan binnen de zogenaamde 4x4-regel in de personenbelasting slechts belastbaar zijn tegen 10% (voorheen 16,5 %). Het tarief van 10% geldt in deze gevallen ook voor stopzettingsmeerwaarden op andere activa dan immateriële vaste activa (zoals materiële vaste activa).

De 4x4-regel: meerwaarden op immateriële vaste activa: tot de grens van de netto winst of baten verkregen vier jaar vóór het jaar van de stopzetting     

Verlaging tarief sociale bijdragen tot 20,5 % in 2018

De sociale bijdragen voor zelfstandigen worden berekend als een percentage op het netto belastbaar beroepsinkomen. In het kader van de taxshift besliste de regering in 2015 om het bijdragepercentage geleidelijk te verlagen. In 2016 werd het percentage van 22% verminderd naar 21,5%. In 2017 betaalden zelfstandigen nog 21% sociale bijdragen. Starters konden genieten van een voordeliger bijdragepercentage.

Vanaf 2018 zal er maar één percentage meer zijn voor iedereen: 20,5% voor alle zelfstandigen, ook de starters.

Op het gedeelte van de inkomsten dat € 58.513,60 overschrijdt, zal de zelfstandige nog steeds 14,16% betalen. Op inkomsten boven € 86.230,53 zijn geen sociale bijdragen verschuldigd. 

Gepensioneerde zelfstandigen genieten nog steeds van een apart bijdragepercentage van 14,70%.

Vrije beroepen: geen billijke vergoeding meer verschuldigd

Vanaf 1 januari 2018 moeten dokters, tandartsen, kinesitherapeuten, advocaten … niet langer de billijke vergoeding betalen wanneer ze muziek spelen in hun wachtzaal. Zij halen hier immers geen commercieel voordeel uit. Het spelen van muziek geldt enkel als ondersteuning voor het welbevinden van de patiënt of cliënt, zonder dat hier ook maar enig concurrentievoordeel uit voortvloeit. Het valt dan ook niet te verantwoorden dat vrije beroepers hiervoor een extra vergoeding zouden moeten betalen.

Dit betekent niet dat vrije beroepers ook worden vrijgesteld van de SABAM-bijdragen voor het spelen van muziek in hun wachtzaal en/of beroepspraktijk. Terwijl de billijke vergoeding ten goede komt aan de uitvoerders van de muziek, gaan de SABAM-bijdragen naar de auteurs. Vrije beroepers moeten nog wel de SABAM-bijdragen blijven betalen.

Nieuwe waardering voordeel alle aard pc, tablet, telefoon, smartphone en internet

Wanneer werkgevers kosteloos een pc, gsm of tablet ter beschikking stellen van hun werknemers, die deze apparaten ook voor privédoeleinden mogen gebruiken, ontstaat er een belastbaar voordeel waarop sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn. Vanaf 1 januari 2018 wordt de wetgeving rond dit voordeel vernieuwd.

De huidige regelgeving was aan modernisering toe. Zo hield de wet bijvoorbeeld nog geen rekening met laptops en tablets en was het onduidelijk hoe men smartphones moest beoordelen omdat die toestellen zowel een voordeel via het toestel als via het internet vertegenwoordigen. Bovendien hanteerden de RSZ en de FOD Financiën niet altijd dezelfde bedragen. Vanaf 1 januari 2018 wordt het stelsel op twee manieren gemoderniseerd:

Uitbreiding flexi-jobs

Eenvoudig gesteld kunnen werknemers of uitzendkrachten, die al een hoofdjob hebben, onder bepaalde voorwaarden als flexi-job-werknemer bijklussen.

Een flexi-job zal vanaf 2018 niet enkel mogelijk zijn in de horeca, maar ook in de volgende sectoren:

  • Bakkerijen, banketbakkerijen die verse producten voor onmiddellijke consumptie vervaardigen en verbruikzalen bij een banketbakkerij
  • Handel in voedingswaren
  • De zelfstandige kleinhandel
  • Bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren
  • Middelgrote levensmiddelenbedrijven
  • Grote kleinhandelszaken
  • Warenhuizen
  • Kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Gepensioneerden zullen voortaan onbeperkt een flexi-job kunnen uitoefenen. Nu is dit enkel mogelijk tot uiterlijk het derde kwartaal na het pensioen.

Coda Boekhouders en Fiscalisten anno 2018

Om onze dienstverlening te verruimen, opent Coda Boekhouders een tweede vestiging in Opglabbeek. Vanaf februari 2018 bieden we onze diensten ook aan in ons kantoor gelegen aan de Industrieweg Noord 1192 te Opglabbeek. Informatie hierover vindt u eveneens terug op onze website Coda Boekhouders en Fiscalisten.

Hervorming ondernemings- en vennootschapsrecht

Op de ministerraad van 20 juli 2017 werd het voorontwerp voor de hervorming van het ondernemings- en vennootschapsrecht goedgekeurd. Dit voorontwerp van wet werd op 1 december ook in tweede lezing door de Ministerraad goedgekeurd. De wijzigingen die de tekst inhoudt, zitten er dan ook aan te komen.

Door het vennootschapsrecht te vereenvoudigen, wil de minister het ondernemingsklimaat bevorderen en België aantrekkelijker maken als vestigingsplaats. Zo komt er een grote inperking van het aantal vennootschapsvormen. In plaats van de huidige 17 mogelijkheden, blijven enkel nog de Maatschap, de Besloten Vennootschap, de Naamloze Vennootschap en de Coöperatieve Vennootschap over. Voor het eerst kunnen een nv en een vba (vroegere bvba) uit één persoon bestaan, waardoor de eenpersoons-bvba’s in de praktijk zullen verdwijnen. België wordt bovendien een van de eerste landen in Europa waar vba’s naar de beurs kunnen gaan.

Lagere sociale bijdragen voor startende zelfstandigen

Voorlopig betalen startende zelfstandigen in hoofdberoep, ongeacht hun inkomen, steeds een minimumbijdrage per kwartaal van 664,81 euro. Dit is de bijdrage op een jaarlijks inkomen van 13.296,25 euro. Voor starters met lage inkomsten in de beginfase is dit soms een zware financiële last. De regering wil hieraan tegemoet komen door het invoeren van drie progressieve inkomensdrempels vanaf 01.01.2018. De eerste schijf zou 1/3de bedragen van de minimumbijdrage, de tweede schijf 2/3de en vanaf dan geldt de minimumbijdrage.

Dit geldt enkel voor startende zelfstandigen die op 01.04.2018 één tot maximaal vier kwartalen zelfstandige in hoofdberoep zijn. Daartoe behoren ook de zelfstandigen in bijberoep die zich hebben laten omzetten naar hoofdberoep, alsook de meewerkende echtgenoten.

Je betaalt als starter niet automatisch de lagere bijdragen! De vermindering moet uitdrukkelijk aangevraagd worden bij je sociale kas.

Print-vriendelijke versieStuur naar een vriendPDF versie
Inhoud syndiceren

Vestiging Oudsbergen

 

Industrieweg Noord 1192

3660 Oudsbergen

Tel: 011/398.777

Vestiging Zonhoven

 

Stationsstraat 1

3520 Zonhoven

Tel: 011/398.777

 

Blijf op de hoogte van ons laatste nieuws!

Comments