Nieuwe facturatieregels vanaf 2015

De nieuwe regeling over de facturatieregels, in het bijzonder m.b.t. “voorschotfacturen”, gaat definitief in vanaf 1 januari 2015. Hiermee komt stilaan een einde aan de overgangsperiode die loopt van 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2014.

De voornaamste verandering hierbij is dat BTW pas opeisbaar is (verschuldigd of aftrekbaar) bij de levering van een goed, voltooiing van een dienst of betaling van een voorschot.
Om dit te kunnen controleren moeten, naast de factuurdatum, 2 extra data permanent op de factuur staan:

- Datum van levering goed, voltooiing dienst of betaling voorschot;
- Vervaldatum van de factuur (vermoedelijke/uiterlijke betaaldatum);

Gelieve ook steeds op elke factuur (zowel aankoop als verkoop) aan te duiden als deze betaald is (bv. via een stempel “Betaald”), wanneer deze betaald is en de wijze waarop (bank, kas, privé).

Onbeperkt bijverdienen voor 65-plussers

Vanaf 1 januari kunnen gepensioneerde 65-plussers onbeperkt bijverdienen. De ministerraad schafte de maximumbedragen af voor het toegelaten beroepsinkomen dat gecumuleerd mag worden met het pensioen.

Om vandaag onbeperkt te kunnen bijverdienen moet een gepensioneerde 65 jaar zijn én een loopbaan van 42 jaar achter de rug hebben. Wie niet aan die voorwaarden voldoet, mag slechts 22.293 euro bijverdienen als loontrekkende en 17.835 euro als zelfstandige (indien geen kinderen kinderen ten laste). Die grenzen vallen vanaf 2015 weg.

Voor gepensioneerden jonger dan 65 jaar zijn andere grensbedragen van toepassing.

Bron: Zenito

Aanwezigheidsregistratie bij werken in onroerende staat

Vanaf 1 april 2014 is de wet van 8 december 2013 in werking getreden. Die wet verplicht de registratie van personen die werken in onroerende staat uitvoeren op bepaalde werkplaatsen via de online toepassing “Checkinatwork”.

De aanwezigheidsregistratie is verplicht voor werkplaatsen waar werken worden uitgevoerd waarvan het totale bedrag exclusief BTW gelijk is aan of hoger is dan 800 000 euro. Het gaat hier om contracten afgesloten door aannemers met een en dezelfde opdrachtgever.

Tot en met 31 december 2014 zullen er geen boetes opgelegd worden en zal de inspectie eerder de nadruk leggen op het informeren van de bedrijven die onderworpen zijn aan de aanwezigheidsregistratie.

Meer informatie hierover vindt u terug op de website van de Sociale Zekerheid.

Geregistreerde elektronische kassa: regeling vanaf 2015

In 2015 zullen een groot aantal horeca-uitbaters gebruik moeten maken van een elektronische, geregistreerde kassa. Op die manier wil de overheid fraude en zwartwerk tegengaan. De geregistreerde kassa zal alle bewerkingen bijhouden die in een dergelijke kassa worden ingevoerd.

Het Geregistreerde Kassasysteem (GKS) is verplicht voor iedereen die minstens 10% van zijn totale horeca-omzet haalt uit het aanbieden van maaltijden via restaurant- of cateringdiensten ter plaatse. De regeling is dus niet van toepassing op horecazaken waar de klanten maaltijden of bereidingen alleen maar komen afhalen.

Bron: FOD Financiën

Bescherming gezinswoning nu ook voor zelfstandigen in bijberoep

Het uitoefenen van een zelfstandige beroepsactiviteit houdt persoonlijke risico’s in, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid van beslag op de woning van de zelfstandige. Gezien de trauma’s waartoe dit risico kan leiden, is het een rem op de oprichting, ontwikkeling en overdracht van ondernemingen. De overheid wil die rem gedeeltelijk wegwerken door het de zelfstandige mogelijk te maken zijn privéwoning voor bepaalde schuldeisers veilig te stellen.

Voorheen konden alleen natuurlijke personen die een zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefenen genieten van deze bescherming van hun woning-hoofdverblijfplaats. Dankzij een recente aanpassing van de wet is deze regeling ook mogelijk voor zelfstandigen in bijberoep en zelfstandigen die nog beroepsactief zijn na hun pensionering. De wet van 15 januari 2014 houdende diverse bepalingen inzake kmo's (wijziging van de wet van 25 april 2007) is inwerking getreden vanaf 13 februari 2014.

Bron: Wet van 15 januari 2014 houdende diverse bepalingen inzake KMO's, FOD Economie

Hervorming berekeningswijze sociale bijdragen van zelfstandigen vanaf 2015

De sociale bijdragen van een zelfstandige zullen anders berekend worden vanaf 1 januari 2015.

In ons huidige systeem betaalt u vanaf het vierde volledige jaar van uw zelfstandige activiteit sociale bijdragen op uw inkomen van drie jaar terug. Dit zal voortaan berekend worden op basis van de inkomsten van datzelfde lopende jaar. Hiermee kan o.a. vermeden worden dat zelfstandigen enorme sociale bijdragen moeten betalen op het hoge inkomen van 3 jaar geleden terwijl ze in het lopende jaar een enorme terugval van de winst kennen.

Zolang het inkomen van 2015 niet gekend is, zal de zelfstandige een voorlopige bijdrage betalen, berekend op zijn inkomen van 3 jaar geleden, 2012 dus. Van zodra het inkomen van 2015 gekend is (= in principe 2 jaar later, nl. in 2017), volgt er een regularisatie. Bij deze regularisatie worden de voorlopige bijdragen van 2015 omgezet naar definitieve bijdragen, berekend op het inkomen van 2015.

Bron: Zenito

Btw-verlaging voor leveringen van elektriciteit aan particulieren

Het btw-tarief van toepassing op leveringen van elektriciteit aan huishoudelijke afnemers is gedaald van 21% naar 6% vanaf 1 april 2014.

Een "huishoudelijke afnemer" is een afnemer die elektriciteit koopt voor zijn eigen huishoudelijk gebruik met uitsluiting van commerciële of professionele activiteiten. De verlaging is dus enkel van toepassing voor de natuurlijke personen die een residentieel contract met hun leverancier hebben afgesloten. Vennootschappen, andere rechtspersonen en, meer algemeen, eenieder die niet als een natuurlijke persoon kan worden aangemerkt, zijn geen huishoudelijke afnemers.

De zelfstandige / natuurlijke persoon die een professioneel contract afsluit of heeft afgesloten met zijn elektriciteitsleverancier kan eveneens niet van het verlaagd tarief genieten. Bij een gemengd elektriciteitsverbruik (professioneel/privé) zal het verlaagd tarief enkel van toepassing zijn indien er een residentieel contract is afgesloten.

Bron: FOD Financiën

Kleine onderneming: verhoging drempel tot € 15.000 vanaf 1 april 2014

In het kader van haar herstelplan heeft de federale regering de maatregel goedgekeurd die vanaf 1 april 2014 het drempelbedrag voor de vrijstelling van de btw verhoogt van 5.580 euro naar 15.000 euro omzet (eerst was er sprake van 25.000 euro).

In afwachting van parlementaire goedkeuring en publicatie van de nieuwe regeling in het Belgisch Staatsblad vindt u de nieuwe toepassingsvoorwaarden van deze regeling reeds in de FAQ van de FOD Financiën. Hieronder vindt u belangrijke data voor huidige kwartaalaangevers die onder de 15.000 euro omzet blijven.

Data voor de overgang naar de nieuwe vrijstellingsregeling voor bestaande ondernemingen

Bron: FOD Financiën

Aangifte van werken in onroerende staat: nieuwe regels vanaf 2014

Vanaf 1 januari 2014 bestaat er een nieuwe online toepassing voor de aangifte van werken in onroerende staat. Elke aannemer die een overeenkomst gesloten heeft met een opdrachtgever moet, onder bepaalde voorwaarden, de werken in onroerende staat aangeven bij de RSZ. Deze melding dient te gebeuren via de online dienst “aangifte van werken”, voorheen was dit de toepassing “unieke werfmelding”.

Voor alle werken in onroerende staat van de bouwsector, metaalsector, elektriciteitssector, schoonmaakwerken, tuinwerken en houtwerken is de aangifte verplicht volgens de onderstaande criteria:

- elke overeenkomst vanaf 5.000 EUR (excl. btw) met minstens 1 onderaannemer;

- elke overeenkomst vanaf 30.000 EUR (excl. btw) met of zonder onderaannemer.

Werken waarbij 2 of meerdere onderaannemers tussenkomen, moeten steeds gemeld worden, ongeacht het bedrag.

Cash betalingen beperkt tot € 3.000 vanaf 2014

Cash betalingen worden vanaf 01/01/2014 nog verder beperkt om het witwassen van geld tegen te gaan. De overheid wil dat er in de toekomst meer via overschrijving, betaalkaarten, bankcheques en andere alternatieven betaald wordt.

Bij de verkoop van diensten en roerende goederen mag er voortaan maar maximum € 3.000 cash betaald worden. Dit grensbedrag was in 2012 reeds verlaagd van € 15.000 naar € 5.000. Contante betalingen bij transacties inzake onroerende goederen zijn eveneens niet meer mogelijk vanaf 2014.

Het totale factuurbedrag is van belang voor de grens van € 3.000 en niet de eventueel betaalde voorschotten of deelbetalingen. Het opmaken van verschillende facturen heeft dus geen zin.

PWA- en dienstencheques: nieuwe regelgeving

Belastingvermindering PWA-cheques en dienstencheques vanaf 1 juli 2013

Het maximumbedrag waarop de belastingvermindering voor PWA-cheques en dienstencheques van toepassing is, is vanaf 1 juli 2013 beperkt tot 1.380 EURO (920 EUR niet geïndexeerd) per persoon per jaar. Het voordeel blijft onveranderd op 30 procent van de betaalde cheque. Voor 2013 is er wel voorzien in een uitzondering voor de uitgaven gedaan voor 1 juli 2013 waardoor voor deze uitgaven de belastingvermindering nog geldt tot 2.720 EUR (1.810 euro niet geïndexeerd).

Wettelijke basis: Wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen, BS 1 augustus 2013.

Bron: officiële mededeling van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Btw-plicht advocaten

Vanaf 1 januari 2014 zijn de prestaties van advocaten aan de btw onderworpen.

Tot nu toe was er in de wetgeving een btw-vrijstelling voorzien.

Advocaten moeten dus voortaan 21% btw rekenen op hun prestaties, zowel
aan ondernemingen als aan particulieren.

Meer details over de nieuwe regeling en de richtlijnen voor advocaten vindt u
in de circulaire van 20 november 2013.

Eenheidsstatuut werknemers: wat verandert er?

Vanaf 1 januari 2014 zullen arbeiders en bedienden een stap dichter bij elkaar staan waardoor het nieuwe eenheidsstatuut bijna werkelijkheid wordt.

Er zijn o.a. nieuwe uniforme opzeggingstermijnen voor alle werknemers, de carensdag voor arbeiders wordt afgeschaft en werknemers zijn niet meer onderworpen aan een proefperiode. De overheid en de sociale partners blijven verder werken aan het eenheidsstatuut wat voor de werkgever toch voor bijkomende verplichtingen zorgt.

Een opsomming van de andere wijzigingen vindt u terug op de website van onze partner ADMB Sociaal Bureau.

Voor verdere vragen hierover kan u steeds terecht bij uw dossierverantwoordelijke die dit samen met uw sociaal secretariaat zal opvolgen.

Klik hier voor meer info.

SEPA-normen voor domiciliëringen en overschrijvingen

SEPA (Single Euro Payments Area) heeft als doel om het betalingsverkeer binnen Europa te harmoniseren en het te vergemakkelijken door het gebruik van identieke betaalmiddelen zoals kaarten, overschrijvingen en domiciliëringen.

Vanaf 1 februari 2014 wordt SEPA verplicht ingevoerd in heel Europa. De overgang van nationale betalingen naar Europese heeft weinig gevolgen voor particulieren, maar wel voor de ondernemer die zijn klanten laat betalen via domiciliëring. Dit komt omdat de domiciliëringsmandaten niet langer beheerd worden door de bank maar wel door de leveranciers. De particulier behoudt evenwel alle rechten die hij vandaag ook al heeft.

Update 07/02/2014: De Europese Commissie heeft een extra overgangsperiode van zes maanden toegestaan voor de marktpartijen die er niet zouden in slagen tegen 1 februari op SEPA over te gaan. 

Opheffing bankgeheim: centraal aanspreekpunt (CAP) vanaf 2014

Het bankgeheim in België inzake inkomstenbelastingen ligt al enkele jaren onder vuur. Sinds 1 juli 2011 werd de wetgeving dan ook sterk versoepeld zodat de fiscus zich kan richten tot financiële instellingen voor inlichtingen over rekeningen van belastingplichtigen.

De fiscus kan dit echter niet zomaar aangezien er specifieke voorwaarden verbonden zijn aan deze versoepeling.

In de volgende gevallen mag de administratie inlichtingen winnen bij een financiële instelling:

-    Als er aanwijzingen zijn van belastingontduiking (ruim begrip!);
-    Als de fiscus voornemens heeft om een indiciaire aanslag te vestigen;
-    Als een inlichting gevraagd wordt door een buitenlandse staat.

Vooraleer dat er effectief sprake kan zijn van een opheffing moet de fiscus een specifieke procedure volgen. Daarbij is het essentieel dat de fiscus niet kan optreden zonder dat de belastingplichtige daarvan eerst op de hoogte is gesteld.

Nieuwe fiscale maatregelen (Programmawet van 28 juni 2013)

De nieuwe programmawet werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit kan voor iedereen die met een vennootschap werkt belangrijke voordelen, maar ook nadelen met zich mee brengen. Bepaalde stukken van deze wetgeving vereisen een snelle reactie.


Belangrijkste wijzigingen:

1) Vanaf 1 oktober 2014 zal de roerende voorheffing op liquidatieboni verhogen van 10% naar 25%.

Indien u aandeelhouder bent in een vennootschap die haar activiteiten wenst te stoppen zal deze, met uitzondering van overname, ontbonden en vereffend moeten worden.

Bij de vereffening zal de roerende voorheffing verschuldigd zijn op het positief saldo tussen het netto-actief (totale waarde van de bezittingen verminderd met de schulden van de vennootschap) en het kapitaal, dit verschil noemen we de liquidatiebonus.

Roerende inkomsten en levensverzekeringen

1) Overzicht roerende inkomsten

Indien u roerende inkomsten (bruto) van meer dan € 20.020,00 per belastingplichtige heeft ontvangen dient u ons van alle onderstaande inkomsten de nodige documenten te bezorgen.

Bedoelde inkomsten zijn:

Wijziging BTW-wetgeving

1) Nieuwe termijnen voor de uitreiking van de factuur:

Uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op de maand waarin het belastbaar feit plaats vond (levering goed, voltooiing dienst of betaling voorschot) dient u de factuur op te maken (vroeger was dit de 5de werkdag). Gelieve hierbij ook rekening te houden met de indieningstermijn voor de BTW-aangifte en de verhoogde boetes bij laattijdige indiening.

 

2) Nieuwe factuur vermeldingen:

Registratie aannemer

De verplichting om zich als aannemer te laten registreren is volledig en definitief afgeschaft vanaf 1 september 2012. De erkenning van aannemers (verplicht bij overheidsopdrachten) blijft wel bestaan.

De registratie betekende vroeger dat de aannemer in regel was met zijn fiscale en sociale verplichtingen. Ook bij fiscale verminderingen en overheidspremies werd de registratie vaak als voorwaarde gesteld. Onder druk van Europa is de verplichting echter definitief afgeschaft.

Niettemin moet de opdrachtgever steeds nagaan of de aannemer geen fiscale en/of sociale schulden heeft op het moment van de betaling van de factuur. Is dit het geval, dan is er een inhoudingsplicht en moet het ingehouden bedrag steeds doorgestort worden naar de RSZ of fiscus. Als de inhoudingen niet of niet correct gebeuren, kan men hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de betaling van deze schulden. 

Verdubbeling niet-proportionele BTW-boeten vanaf 1 juli 2012

Het BTW-wetboek voorziet in proportionele en niet-proportionele fiscale geldboeten.

De jongste programmawet heeft het bedrag van de niet-proportionele boeten verdubbeld van 25 tot 2.500 € naar 50 tot 5.000 €.
Deze boeten hebben voornamelijk betrekking op inbreuken van de formele BTW-verplichtingen zoals het niet-indienen van een aangifte, uitreiken van foutieve facturen, …

Enkele voorbeelden :

  • De boete voor de niet-indiening van een periodieke BTW-aangifte werd opgetrokken van 500 € naar 1.000 €;   
  • De boete voor de betaling van verschuldigde BTW zonder gestructureerde mededeling werd verhoogd van 25 € naar 50 € per overtreding;


Het bedrag van de proportionele boeten blijft onveranderd. 

Print-vriendelijke versieStuur naar een vriendPDF versie
Inhoud syndiceren

Vestiging Oudsbergen

 

Industrieweg Noord 1192

3660 Oudsbergen

Tel: 011/398.777

Vestiging Zonhoven

 

Stationsstraat 1

3520 Zonhoven

Tel: 011/398.777

 

Blijf op de hoogte van ons laatste nieuws!

Comments